De belangrijkste wijzigingen van het nieuwe pensioenstelsel

Terug naar het overzicht
  • Duidelijker en persoonlijker pensioen

    Het is nu voor veel mensen niet duidelijk hoeveel ze betalen voor hun pensioen en wat het oplevert. Door de nieuwe regels bouwt straks iedereen een kapitaal op via een premieregeling. Een ‘premieregeling’ wil zeggen dat is afgesproken hoeveel geld u en uw werkgever inleggen voor uw pensioen. Dat geld wordt belegd. U ziet straks hoeveel geld u samen met uw werkgever inlegt en wat het beleggen oplevert. Zo ontstaat een kapitaal voor uw pensioen. Het pensioenfonds maakt steeds een inschatting van uw pensioen op basis van het kapitaal voor uw pensioen.

  • Pensioen sneller omhoog én omlaag

    Uw pensioen beweegt straks meer mee met de economie en de financiële markten dan nu.
    Gaat het goed met de economie en verdienen we geld met beleggen? Dan gaat uw pensioen sneller omhoog. Gaat het minder goed? Dan gaat uw pensioen sneller omlaag. Dat komt doordat de hoogte van het pensioen anders wordt bepaald.

    Nu is het nog zo dat het aantal dienstjaren, het opbouwpercentage, het salaris en de hoogte van de AOW de hoogte van het pensioen bepalen. Straks bepalen de ingelegde premies en het beleggingsrendement hoeveel pensioenkapitaal er voor uw pensioen is. We hebben dan niet meer te maken met de rekenrente. En ook niet meer met de dekkingsgraad als graadmeter of de pensioenen omhoog of omlaag gaan.

  • Het pensioen sluit beter aan bij uw inleg en de opbrengst van de beleggingen

    Mensen stoppen soms een tijd met werken, gaan parttime werken of beginnen voor zichzelf. De huidige regels voor pensioen passen daar niet goed bij. Het pensioen sluit dan minder goed aan bij de inleg en de behaalde opbrengst van de beleggingen. Met de nieuwe regels blijft het kapitaal voor uw pensioen groeien, ook als u weg bent bij een pensioenfonds. Het pensioenfonds blijft het geld beleggen.

  • Welk pensioencontract krijgen wij? Solidair of flexibel?

    Er komen straks twee regelingen. Dat zijn allebei zogenaamde ‘premieregelingen’. Daarin staan geen afspraken over de hoogte van uw pensioen, maar over het geld dat uw werkgever en u betalen (of betaald hebben) voor uw pensioen.

    Welke regeling wij krijgen, is nu nog niet bekend. Vakbonden, werkgevers, het pensioenfondsbestuur, de Ondernemingsraad, het Verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht werken samen toe naar een verantwoorde keuze. Begin 2023 is ook een projectorganisatie Nieuw Pensioenstelsel (NPS) ingericht. Deze projectorganisatie houdt de belangen van al onze deelnemers in de gaten.
    Uiterlijk 1 januari 2025 moet de keuze zijn gemaakt.

    Solidair pensioencontract
    Ofwel de ‘solidaire premieregeling’. Het pensioengeld wordt samen in één gezamenlijke beleggingsportefeuille belegd. Daaruit worden de pensioenen betaald. Elk jaar krijgt de deelnemer een inschatting van zijn of haar deel van de gezamenlijke pensioenpot en een inschatting van het pensioen dat de deelnemer straks krijgt. Die inschatting zal ieder jaar anders zijn.

    Er gaat ook geld naar een ‘buffer’ om financiële tegenvallers op te vangen. Bijvoorbeeld als het slechter gaat met de beleggingen. De vakbonden en werkgevers bepalen onder meer hoe de mee- en tegenvallers worden verdeeld onder iedereen die bij het fonds een pensioen heeft staan.

    Flexibel pensioencontract
    Ofwel de ‘flexibele premieregeling’. Ook in deze variant wordt het pensioengeld belegd. Maar de deelnemer bouwt pensioenkapitaal op in een eigen beleggingsportefeuille. Het fonds neemt meer risico met beleggen als de deelnemer jong is en nog ver van het pensioen afstaat. Zo neemt de kans op een hoger pensioen toe. Als de deelnemer ouder wordt en dichter bij het pensioen komt, neemt het fonds minder risico met beleggen. Daardoor verandert er niet veel meer aan het pensioen vlak voor de pensioendatum. In deze variant is er geen verplichte buffer. Het kan wel zijn dat er een dergelijke buffer komt, maar dat moet niet.

  • Jongeren bouwen meer pensioen op

    Alle deelnemers gaan straks hetzelfde premiepercentage betalen. De premie van een jongere levert meer kapitaal op, want die wordt langer belegd. De premie van een oudere levert minder kapitaal op, want die wordt korter belegd.

    • Jongeren krijgen zo de kans om voldoende pensioen op te bouwen.
    • Ouderen gaan hier niets van merken, want zij hebben al voldoende opgebouwd.
    • Voor de veertigers en vijftigers is dit minder gunstig. Want zij hebben als jongere minder opgebouwd en gaan in de toekomst niet méér opbouwen. Het pensioenfonds moet hiermee rekening houden. Hoe dat gebeurt, moet nog worden uitgewerkt.
  • Nabestaandenpensioen voor alle fondsen hetzelfde

    Ook voor het nabestaandenpensioen (partnerpensioen en wezenpensioen) zijn afspraken gemaakt. In het pensioenakkoord Nu zijn er nog veel verschillen tussen het nabestaandenpensioen van fondsen. Maar in het nieuwe pensioenstelsel gelden straks voor ieder fonds dezelfde afspraken.

    • Overlijdt u voor uw pensioendatum? En bouwde u op dat moment pensioen bij ons op? Dan krijgt uw partner straks maximaal 50% van het salaris dat u verdiende. Nu krijgt uw partner nog 70% van het ouderdomspensioen dat u zou ontvangen als u tot uw pensioendatum bij ons pensioen zou opbouwen.
    • Werkt u langere tijd niet of begint u een eigen bedrijf? Dan mag u straks een stukje van uw eigen pensioen gebruiken om een pensioen voor uw partner te regelen.
    • Overlijdt u na uw pensioendatum? Dan krijgt uw partner straks 70% van uw ouderdomspensioen. Dat is bij ons fonds nu ook al zo.
    • Kinderen krijgen straks een wezenpensioen totdat ze uiterlijk 25 jaar zijn. Nu krijgen ze bij ons een wezenpensioen totdat ze 18 jaar zijn. Of totdat ze 27 jaar zijn als ze nog studeren.
    • Het wezenpensioen wordt maximaal 20% van het salaris van de ouder verdiende. Nu is dat nog 14% van het ouderdomspensioen.
  • Regeling voor zware beroepen

    Het kabinet gaat – samen met vakbonden en werkgeversorganisaties – kijken naar het pensioen voor mensen met een ´zwaar beroep´. We weten nog niet wat dit voor onze pensioenregeling betekent.

  • 10% in één keer

    Op uw pensioendatum kunt u er straks wellicht voor kiezen om in één keer een bedrag uit uw pensioen op te nemen. Het gaat om maximaal 10% van de waarde van uw opgebouwde ouderdomspensioen.
    Het is nog niet zeker wanneer deze nieuwe mogelijkheid ingaat.
    Natuurlijk kunt u gewoon met pensioen gaan. Bereikt u dit jaar de pensioengerechtigde leeftijd? Dan krijgt u van ons de pensioneringsbrief met alle informatie die u nodig hebt om een keuze te kunnen maken.

    Kiest u straks voor 10% in één keer, dan gaat het pensioen dat u daarna elke maand krijgt uitbetaald, de rest van uw leven omlaag. Hebt u een partner? Dan moet hij of zij instemmen met uw keuze. Belangrijk is dat uw pensioen dus niet teveel omlaag gaat, zodat u (of uw partner na uw overlijden) nog kunt rondkomen. Eenmaal opgenomen pensioengeld kunt u niet meer terugstorten.

    Overweegt u deze keuze? Dan is het goed om te weten dat het om een bruto bedrag gaat. Dat betekent dat u hierover nog belasting moet betalen. Omdat het gunstiger kan zijn om de uitkering later te ontvangen, is het – in het huidige plan – ook mogelijk om het bedrag ineens later te ontvangen: in februari van het jaar nadat uw AOW is ingegaan.

    Let op de keerzijde!

    1. De maandelijkse uitkering van uw pensioen gaat daarna de rest van uw leven omlaag. Belangrijk is dat uw pensioen niet teveel omlaag gaat, zodat u na de opname van dit bedrag nog goed kunt rondkomen. Eenmaal opgenomen pensioengeld kunt u niet meer terugstorten.
    2. Hebt u een partner? Dan moet hij of zij instemmen met de uitkering ineens.
    3. De uitkering is een bruto bedrag. Dat betekent dat u hierover nog belasting moet betalen. Als u voor uw AOW-leeftijd dit bedrag ontvangt, betaalt u meer belasting dan als u het bedrag na uw AOW-leeftijd ontvangt. Dat heeft te maken met de tarieven die de Belastingdienst gebruikt. Laat u uw pensioen tegelijk ingaan met uw AOW of in het jaar waarin uw AOW ingaat? Dan kunt u ervoor kiezen om het bedrag ineens te ontvangen in februari in het jaar erna. Dan betaalt u minder belasting.
    4. Ook heeft de uitkering van het bedrag ineens invloed op de hoogte van eventuele toeslagen die u ontvangt. Omdat uw inkomen stijgt, krijgt u misschien minder zorgtoeslag of huurtoeslag.