Pensioenfonds DHL (voorheen Pensioenstichting Transport) bestaat sinds 5 augustus 1948. In eerste instantie was ons pensioenfonds er voor de dochterondernemingen van de Nederlandse Spoorwegen. Daartoe behoorde toen ook Van Gend & Loos, het latere DHL.
Weetjes over de historie
Reglement 1930 (Van Gend en Loos) |
Reglement 1930
|
Overeenkomst van lidmaatschap 1949 |
Overeenkomst van lidmaatschap
|
Over 1954 werd het eerste jaarverslag uitgebracht, mede omdat in 1954 de volledige PSW (Pensioen en Spaarfondsenwet) is ingegaan en de Verzekeringskamer (voorganger van DNB) toezicht ging houden op pensioenfondsen die verplicht waren staten in een voorgeschreven vorm in te dienen, maar ook een jaarverslag op te stellen. Het jaarverslag bestond uit een verslag van het bestuur en de verplichte verslagstaten. |
Uit het jaarverslag 1954
|
Ook moesten ingevolge de PSW de statuten en pensioenreglementen door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid worden goedgekeurd. Op 5 augustus 1955 werd de Ministeriële goedkeuring verleend en op 11 augustus 1955 in Staatcourant nummer 154 opgenomen. | |
In 1957 werd de A.O.W ingevoerd, als gevolg daarvan vervalt het tijdelijk weduwenpensioen zodra de weduwe voor een uitkering ingevolge de A.O.W. in aanmerking komt. Daarnaast wordt bij het te verzekeren ouderdomspensioen rekening gehouden met de uitkering ingevolge de A.O.W. . Ook werd in 1957 het opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen verhoogd van 1,25% naar 1,5%. |
|
Daarnaast werd in 1957 een 'elektronische rekenmachine' in gebruik genomen. Tot die tijd werd alles met de hand uitgerekend. |
In 1959 werd ook de vakantietoeslag opgenomen in de pensioengrondslag. Daarnaast wordt het wezenpensioen voortaan uitgekeerd tot de meerderjarige leeftijd en nu aan maximaal 5 kinderen i.p.v. 3. Dit laatste als gevolg van het inwerkingtreden van de algemene weduwen- en wezen wet. |